De bodem is iets waar je op loopt en eigenlijk nooit over nadenkt. Laat staan dat je beseft dat er miljoenen en miljoenen organismen dag en nacht werken om alle planten te laten groeien. De meeste van deze bodemorganismen zitten zelfs verzameld in de bovenste 10 cm.
Onzichtbare strijd
Goede grond bevat heel veel organismen waarvan de meeste niet zichtbaar zijn met het blote oog. Bacteriën, schimmels en protozoa vormen de basis. Daarboven komen grotere organismen zoals nematoden, vele soorten geleedpotigen, wormen, mollen, enzovoort.
Al deze organismen hebben energie nodig om te overleven. Deze energie halen ze uit koolstofbronnen zoals plantenresten en uitwerpselen of lichamen – dood of levend – van andere organismen.
Het is een ware strijd daar beneden en (bijna) iedereen eet iedereen 🙂
Ook planten ‘zweten’
Veel tuiniers beseffen niet dat de meeste energie die een plant via fotosynthese produceert, diezelfde plant uiteindelijk weer langs de wortels verlaat.
Planten gebruiken (zonne)energie om bepaalde stoffen te produceren en deze bij de wortels uit te stoten. Je kunt het vergelijken met zweten bij de mens. Men noemt deze stoffen een exsudaat en ze bevatten o.a. suikers en eiwitten.
Nuttige bacteriën en schimmels die in de bodem wonen, worden door de aanwezigheid van de exsudaten en het organisch materiaal van o.a. afgestorven stukjes plantenwortel geactiveerd en aangetrokken. Hun populaties exploderen en trekken weer andere organismen aan.
Het uitstoten van deze exsudaten gebeurt in de rhizosfeer (ruimte van 1,5 mm rond wortels). In deze nauwe zone strijdt een grote groep organismen voor de uitgestoten stoffen. Bacteriën, schimmels, nematoden, protozoa en zelfs grotere organismen zijn in deze zone terug te vinden.
Hiermee start het proces
De bacteriën en schimmels worden door nematoden en protozoa opgegeten. Een deel van de daaruit afkomstige voedingsstoffen gebruiken nematoden en protozoa om te leven. De rest wordt terug uitgestoten en bevat voedingsstoffen voor de planten.
Dit betekent dus dat het de plant is die in het centrum staat van het ondergrondse voedselweb! Dat is een héél belangrijk punt dat ik niet genoeg kan benadrukken.
Zelfvoorzienende planten
Onderzoek heeft aangetoond dat planten kunnen bepalen hoeveel en welke bacteriën en schimmels ze aantrekken, afhankelijk van de exsudaten die ze produceren.
Doorheen de groeicyclus varieert het aantal exsudaten en dus ook het aantal bacteriën en schimmels rond de wortels.
Hiermee kan de plant perfect in de toevoer van zijn eigen voedingsstoffen voorzien, afhankelijk van het groeistadium waarin zij zit.
Dit is van cruciaal belang om te weten als tuinier en toch wordt dit nergens meegegeven!
In geen enkel boek en geen enkele tuiniersopleiding wordt uitgelegd hoe planten zelf hun meststofopname regelen en bodemorganismen gebruiken om de juiste hoeveelheden meststoffen op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen.
Vooral het feit dat bodemorganismen dit doen is zeer belangrijk, want dit betekent dat je een rijk bodemleven nodig hebt om een natuurlijke moestuin te krijgen.
Een natuurlijke moestuin waar je niet constant moet bijmesten, spuiten en vloeken over al het werk.
Tuinier op de juiste manier en laat de natuur haar ding doen en je helpen.
Zakje meststof en meststofstrooiers
Je kan de bacteriën en schimmels bekijken als zakjes meststoffen. Wanneer de plant extra voedingsstoffen nodig heeft, trekt zij via haar exsudaten deze zakjes meststoffen aan.
Maar zolang de meststof in de zak zit, kan een plant deze niet opnemen. Hiervoor hebt je een meststofstrooier nodig!
De nematoden en protozoa werken als meststofstrooiers. Ze eten deze zakjes meststoffen, gebruiken wat ze nodig hebben en stoten de rest terug uit, klaar voor de plant om op te nemen. De natuur heeft het zo prachtig geregeld. We hoeven niet elk voorjaar rond te lopen met een grote zak meststoffen en allerlei chemicaliën.
Tuinier mee met de natuur, zorg dat je bodemleven in orde is en alles gaat vanzelf.
Geniet van je natuurlijke moestuin!
www.natuurlijkemoestuin.be