“Bevers planten zich voor het eerst sinds 1848 opnieuw voort”
Halverwege de negentiende eeuw was de bever in onze contreien uitgestorven. Kristijn Swinnen, doctoraatsstudent Biologie aan de Universiteit Antwerpen, levert het bewijs dat het dier zich nu weer voortplant in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen.
In het kader van zijn onderzoek naar de verspreiding van de bever in Vlaanderen deed Kristijn Swinnen een interessante ontdekking. Voor het eerst sinds hun uitroeiing in België verzamelde hij bewijsmateriaal dat het dier zich opnieuw voortplant in Antwerpen en Oost-Vlaanderen. In Vlaams-Brabant en Limburg was dat al eerder het geval.
De bioloog plaatste een aantal automatische camera’s in de natuurgebieden Viersels Gebroekt (Viersel, provincie Antwerpen) en Vlassenbroek (Dendermonde, provincie Oost-Vlaanderen), twee gebieden die door Natuurpunt beheerd worden. “Op een van de beelden uit Vlassenbroek kan je op een gegeven moment drie verschillende bevers bij elkaar zien”, verklaart Swinnen. “Bevers zijn erg territoriale dieren. Ze verdragen geen soortgenoten in hun omgeving. Zo weten we met zekerheid dat het om een jong en twee ouders van dezelfde familie gaat. Ook in Viersel ontdekten we op basis van verschillende beelden een jong bevergezin. De jongen zullen zich in nieuwe gebieden gaan vestigen en zorgen zo voor een verdere verspreiding van de bevers.”
Gunstige effecten
Lange tijd waren er in België geen bevers te vinden. “In 1848 werd de laatste bever in Vlaanderen uitgeroeid. De knaagdieren werden opgejaagd voor hun vlees en castoreum (bevergeil), een uitscheidingsproduct dat verwerkt wordt in parfums en medicijnen. Pas in 2003 werden er opnieuw enkele exemplaren van de beschermde diersoort illegaal uitgezet in de Dijlevallei. Enkele jaren eerder gebeurde hetzelfde al in Wallonië.”
Dat de Belgische bevers zich opnieuw voortplanten, is volgens Swinnen een goede zaak. “Bevers zijn een verrijking voor de natuur. Ze knagen bomen om en bouwen af en toe een dam. Dit zorgt voor een verjonging van de plantengemeenschap en heeft erg gunstige effecten voor insecten, vogels, amfibieën en zoogdieren. Er leven nu een honderdtal exemplaren in Vlaanderen. Verder onderzoek moet uitwijzen welke leefgebieden geschikt en bereikbaar zijn voor de bever.”
De onderzoeker krijgt voor zijn studie de hulp van Natuurpunt. Zo leveren de vrijwilligers van Natuurpunt in Dendermonde een belangrijke bijdrage tot zijn onderzoek. In Viersel loopt momenteel ook een natuurherstelproject (LIFE) mede gefinancierd door de Europese Commissie.
Universiteit Antwerpen